Nu je zoektermen hebt gedefinieerd, ben je klaar om te gaan zoeken. Als je deze zoektermen op een slimme manier weet te combineren, is de kans groter dat je bronnen vindt wat je écht wat aan hebt. Zoekstrategieën die we bespreken:
• Aanhalingstekens
• Booleaans zoeken
• Maskeren
• Trunceren
Door zoektermen op een bepaalde manier te gebruiken of te combineren blijken ze veel effectiever. Dat bevordert een gewenst zoekresultaat.
Door twee of meer zoektermen tussen aanhalingstekens te plaatsen geef je aan dat ze precies in deze volgorde achter elkaar moeten voorkomen in het zoekresultaat.
Dit kun je gebruiken voor het zoeken op een naam die bestaat uit een voor- en achternaam.
Woorden die we in het Nederlands vaak aan elkaar schrijven, worden in het Engels meestal als twee losse woorden geschreven. Door aanhalingstekens voor en achter deze woorden te zetten kun je toch op deze combinatie zoeken.
Voorbeeld van het gebruik van aanhalingstekens:
“sociale media”
Booleaans zoeken is zoeken met behulp van de zogeheten Booleaanse operatoren AND, OR en NOT. Hiermee kun je jouw zoektermen op een bepaalde manier combineren. Dit kan relevant zijn voor je zoekresultaat. Het helpt je in ieder geval je zoekresultaat aan te scherpen. Bij de volgende voorbeelden is het zoekresultaat met zwart aangegeven.
AND-operator (zoekactie: flexplekken AND werknemerstevredenheid)
Resultaat: pagina's waarin de termen flexplekken en werknemerstevredenheid beide voorkomen.
OR-operator (zoekactie: flexplekken OR flexruimtes)
Resultaat: pagina's waarin ten minste één van beide termen voorkomt. Beide mag dus ook.
NOT-operator (zoekactie: “flexplekken” NOT flexwerk)
Resultaat: pagina's waarin wel de term ‘flexplekken’ voorkomt, maar niet de term flexwerk..
De Booleaanse operatoren zijn AND, OR en NOT, maar iedere informatiebron hanteert eigen schrijfwijze. Zo kan AND ook als + worden geschreven en NOT als -. Raadpleeg de helpfunctie van je informatiebron voor de juiste schrijfwijze.
http://rockwellschrock.com/rbs3k/boolean/index.htm
Wanneer een woord meerdere schrijfwijzen kent (bijvoorbeeld bij oude en nieuwe spelling) en/of wanneer je de exacte schrijfwijze niet kent, kun je één bepaalde letter in het woord maskeren (verbloemen, verbergen). Je zet dan op de plaats van de letter waarover je twijfelt een vraagteken of asterisk.
Voorbeelden van maskeren:
Wanneer organi*ation wordt ingevoerd, zal er worden gezocht op zowel organisation als organization.
Wanneer produ*t wordt ingevoerd, zal er gezocht worden op product en produkt.
Wanneer je trunceert laat je een deel van het woord weg. Dit vervang je door een asterisk (*) of vraagteken (?), ook wel een wildcard genoemd. Deze mogelijkheid vergroot je zoekresultaat! Het heeft als nadeel dat resultaten minder relevant kunnen zijn omdat je zoekterm minder specifiek was.
In PiCarta en de HAN catalogus kan trunceren zinvol zijn. Je gebruikt hiervoor het vraagteken (?).
Voorbeeld van trunceren: psych?: er zal o.a. gezocht worden op psyche, psychiater, psychiatrie, psycholoog...
De meest gebruikte tekens voor trunceren zijn *, ?, !, #. Bekijk per informatiebron welk teken gebruikt moet worden.